Fascisme: scheldwoord of bedreiging?

Fascisme: scheldwoord of bedreiging?

‘Fascist’ wordt vandaag veelal als scheldwoord gebruikt, waardoor het begrip aan betekenis heeft ingeboet. Dat is gevaarlijk, want hoe herkennen we echt fascisme als het woord te pas en vooral te onpas wordt gebruikt? Of wat als het nieuwe fascisme zichzelf ‘antifascisme’ begint te noemen, waarvoor professor Jacques Presser waarschuwde?[1] Wat zijn de staatkundige en politieke kenmerken waaraan wij het fascisme kunnen erkennen?

1. Het fascisme is antidemocratisch. Dat is het essentiële kenmerk van het fascisme. Het fascisme beschouwt de democratische bestuursvorm als zwak. Het maatschappelijk belang wordt volgens het fascisme niet gediend door politieke partijen die hun electorale achterban moeten bedienen. De niet-erkenning van een democratische, niet-frauduleuze verkiezingsuitslag herbergt een kiem voor het fascisme.

2. Het fascisme is, net zoals het communisme, een totalitaire bestuursvorm,. De staat bepaalt alle aspecten van het maatschappelijk leven, zowel politiek, cultureel, filosofisch, godsdienstig als sociaal en economisch. Er is dan ook geen scheiding der machten, wat de rechten van burgers ondermijnt en tot willekeur leidt.[2] 

3. Het fascisme is een autoritaire staatsvorm, waarbij er weinig tot geen ruimte is voor oppositie. Het fascisme kent meestal een autoritair, vaak 'messianistisch' leider zoals Mussolini, Hitler, Stalin, Mao of Bin Laden. Dat leiderschap gaat vaak gepaard met een personencultus.

4. Het fascisme is anti-marxistisch. Het verwerpt de klassenstrijd, omdat de identiteit van mensen wordt bepaald door de staat waartoe ze behoren, niet door hun sociale klasse. De meeste mensen zijn zowel werknemers (arbeidersklasse) als spaarders of eigenaars (kapitalistische klasse). Het fascisme bestrijdt daarom ook de vakbonden, omdat zij de belangen van één klasse, niet van de staat behartigen en, volgens de fascisten, voor sociale onrust in plaats van samenhorigheid zorgen.

5. Het fascisme is ook anticommunistisch, net zoals het liberalisme en de christendemocratie. Het beschermt vooral de gewone middenklasse, de werknemers en kleine ondernemers en zelfstandigen, niet vanuit een overtuiging voor het kapitalisme, maar vanuit een afkeer tegen het communisme.

6. Het fascisme is een niet-marxistische vorm van socialisme. Het is collectivistisch van aard en plaatst het collectieve belang  dus boven het individuele belang. De nadruk ligt op solidariteit binnen de beroepsgroep (corporatisme) en de natie. Zowel het Italiaans fascisme als het Duits nationaalsocialisme zijn dus linkse politieke bewegingen. Door de geslaagde politieke propaganda van het Russische stalinisme worden zij vandaag als 'rechts' of 'extreemrechts' gebrandmerkt.[3]

7. Het fascisme is nationalistisch en beschouwt de natiestaat als de politieke belichaming van een volk of cultuurgemeenschap. Het fascisme is in wezen niet racistisch, noch anti-semitisch. Iedereen die de belangen van de natiestaat en de leider dient, wordt aanvaard. De Duitse variant van het fascisme, het nationaalsocialisme, was wel racistisch. Het plaatste ras boven staat, met desastreuze gevolgen.

8. Het fascisme verdedigt traditionele waarden, maar is eerder progressief. Zo wordt de staat wel voorgesteld als de traditionele beschermer van het gezin, maar in wezen is het fascisme een antiburgerlijke moderniteitsbeweging, waarin originaliteit en vernieuwingsdrang en culturele avant-garde (o.a. in de filmkunst) centraal stonden. Het fascisme gelooft in de maakbaarheid van de samenleving, in tegenstelling tot conservatieve partijen die een organische evolutie van de maatschappij bepleiten.

9. Het fascisme staat ook voor veiligheid en orde. Het kiest vaker voor een repressieve aanpak van de criminaliteit en is bereid om daarvoor individuele vrijheden fors in te perken. De autoritaire, buitenparlementaire maatregelen van de regering, de verregaande beperking van de individuele vrijheid, de inbreuken op de keuzevrijheid en de persoonlijke levenssfeer en de criminalisering van vaccinweigeraars tijdens de corona-pandemie werden door sommigen als 'fascistisch' ervaren en bestempeld.

10. Het fascisme gebruikt geweld als politiek drukkingsmiddel. Het fascisme staat dus haaks op het pacifisme. Het fascisme en nationaalsocialisme hadden paramilitaire knokploegen en ook het islamo-fascisme bedient zich van terreur.

11. Het fascisme controleert of manipuleert de media. Het cordon médiatique dat in de Franstalige pers rond een Vlaamse partij wordt gelegd, is een typisch fascistische tactiek, die als antifascistische maatregel wordt verkocht.

Het fascisme is een van oorsprong Italiaans socialistische beweging, die veel gematigder was dan het Duitse nationaalsocialisme. Een moderne variant is het eco-fascisme, dat maatregelen vaak met geweld en tegen de wil van het volk wil opleggen. Ook het islamisme voldoet aan de criteria. Het wil een eigen islamitische staat die geleid wordt door een niet-verkozen, religieuze en vaak charismatische leider en die alle aspecten van het maatschappelijke leven bepaalt. Het is oertraditioneel en maakt buitensporig gebruik van terreur of blind geweld. Het kan dus terecht als een moderne strekking van het fascisme beschouwd worden.

 

Conclusie

De elf basisbeginselen van het fascisme zijn noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarden om mensen of een partij als ‘fascistisch’ te bestempelen. Een fascist is progressief, nationalistisch, autoritair, anticommunistisch, corporatistisch en repressief. Maar dat maakt van een progressieve politicus, een nationalist, een levenslange partijvoorzitter, een vakbondstegenstander, een voorstander van sociaal overleg of een strenge misdaadbestrijder nog geen fascist.

Het wezenlijke kenmerk van het fascisme is immers het antidemocratisch karakter. Fascisme en democratie zijn diametraal tegengestelde bestuursvormen. Omdat het nationalisme tachtig jaar geleden in fascistisch vaarwater is terecht gekomen en omdat het fascisme het nationalisme toen gekaapt heeft, worden ook hedendaagse nationalisten vaak verweten dat ze fascisten zijn. Is dat zo? 

Wij mogen ons gelukkig prijzen. Alle politieke partijen in Vlaanderen zijn democratische partijen die geloven in de parlementaire democratie als de beste imperfecte staatsvorm. Enkel de PVDA blijft totalitaire en autoritaire regimes in het buitenland steunen. Alle Vlaamse partijen houden zich aan de democratische spelregels, ook het Vlaams Belang dat nochtans van de andere partijen niet mag mee spelen. De democratische rechten en vrijheden, zoals het recht op vrije meningsuiting, worden vandaag vaak het felst verdedigd door nationalistische partijen.

Fascistische regimes monden altijd uit in gewelddadige dictaturen. Enkel een democratische natiestaat zorgt voor vrijheid en emancipatie van mensen en volkeren. Enkel een eigen natiestaat beschermt de eigen culturele identiteit. De vrijheid en de culturele identiteit staan in heel Europa vandaag onder te zware druk door te massale immigratie. Het nationalisme verdedigt als enige politieke stroming consequent de culturele eigenheid en het recht op een eigen natiestaat van elk volk. Het nationalisme plaatst het eigen volk eerst binnen de natiestaat, maar niet boven andere volkeren en hun natiestaten. Daarom spreken nationalistische partijen vandaag brede lagen van de bevolking aan.


[1] Professor Jacques Presser (1899-1970) is een Nederlands historicus, die geciteerd wordt in: Gerard Reve (1972), De taal der liefde, Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 255 pag.

[2] Het Italiaans fascisme was niet volstrekt totalitair, omdat de macht werd gedeeld tussen staat, kerk, leger, monarchie en de fascistische partij. Het Duitse nazisme en Russisch stalinisme kunnen wel beschouwd worden als totalitaire regimes.

[3] Allen Gindler (2021), How and Why Fascism and Nazism Became the ‘Right’, Journal of Libertarian Studies 25/1, pp. 278-303.